
Samen lezen: fijn en belangrijk (+ tips!)
Het klinkt misschien een beetje gek; voorlezen met een baby, maar zo gek is dit eigenlijk helemaal niet. Onderzoek wijst uit dat baby’s die voor acht maanden oud voorgelezen worden, hoger scoren op taal. Dit uit zich al met vijftien maanden. Dus hop, pak een boek!
Wanneer kinderen de leeftijd hebben van 3/4 maanden, kun je al voorlezen. Voor baby’s is voorlezen zoveel meer dan alleen een boek. Lekker bij papa en mama zitten, emotioneel veilig en geborgen terwijl je tegelijkertijd aan de luistervaardigheid, taal- en spraakontwikkeling en concentratievermogen werkt. Helemaal mooi als je een knisperboekje, badboekje of een stoffen boekje gebruikt, je kindje voelt, proeft en is geïnteresseerd in de felle kleuren. Lekker laten ervaren!
Rond de leeftijd van één jaar is een kind wat handiger met kartonnen boekjes. Kleuren, flapjes en afbeeldingen van de alledaagse dingen trekken zijn interesse. Hier kunnen wij weer op inspelen door te zeggen wat hij ziet, geluiden erbij te maken en reacties uit te lokken bij het kind. Op die manier stimuleer je de fantasie, geef je informatie over zijn (belevings)wereld en uiteraard stimuleer je ook hier weer verschillende ontwikkelingsgebieden.
Wanneer kinderen het tweede levensjaar bereiken genieten ze van eenvoudige en herkenbare verhalen. Zindelijk worden, het krijgen van een broertje of zusje, boodschappen doen, op vakantie gaan etc. Wat ook goed scoort: grappige en ondeugende verhalen. Of, “poepboeken”! Niks grappigers dan poep en plas natuurlijk.
Tussen hun tweede en derde jaar gaan veel kinderen begrijpen wat een verhaal is. Ze zien mooie plaatjes in de boeken waar ze graag over vertellen en naar kijken en gaan de verbanden tussen de plaatjes leggen. Niet alle kinderen kunnen dit vanzelf en hebben hier hulp bij nodig. Licht de plaatjes toe en geef voorbeelden van situaties die net gebeurd zijn. Het kind is dan gedwongen om terug te denken aan de situatie, hetgeen wat ook belangrijk is voor het snappen voor een verhaal.
Maar hoe dan? Nou, zo!
Interactie:
– Geef je kind de ruimte om te reageren op wat je voorleest: las een korte pauze in en kijk daarbij het kindje aan. Ga in op de reacties.
-Laat je stem horen, wat je zegt is eigenlijk niet zo belangrijk. Benoem wat er te zien is, maak bijpassende geluiden of zing een liedje!
– Stel je kind een vraag bij wat er te zien is; ook al kan een kind nog niet praten, vaak snapt het een eenvoudige vraag wel (‘Zie jij het hondje?’; ‘Wat zegt het hondje?’: ‘Wafwaf…’).
– Laat je kind het verhaal navertellen aan een broertje, zusje of aan opa en oma.
Rust:
– Kies een vast voorleesmoment. Dit kan bijvoorbeeld voor het slapengaan, maar ook als rustpunt op een vaak drukke dag.
– Ga samen lekker op een rustige plek zitten. Doe radio, televisie en computer/laptop uit, dat leidt maar af. Zorg ervoor dat jezelf ook prettig zit.
– Houd je baby zo, dat je oogcontact kunt maken.
– Kies een afbeelding in het boekje en laat deze goed zien. Houd het boekje zo stil mogelijk, zeker als je baby nog heel klein is. Draait je kind de oogjes of het hoofdje weg, gun het dan even rust.
– Een of een paar afbeeldingen laten zien is genoeg. Het boek hoeft niet in een keer uit; jaag het er niet doorheen.
Bovenstaande tips zijn afkomstig van Boekstart. Ga naar de site als je meer informatie wilt over (voor)lezen. Op de site kun je tips lezen per leeftijdsfase, voorleestips, boekentips en nog meer. Je kunt ook hier en hier klikken, je gaat dan naar mijn leukste boekentips!
Lees jij je kind(jes) al voor?
Gerelateerd
Dit vind je misschien ook leuk

De namen die het niet geworden zijn…
6 oktober 2021
Tips bij een spreidbroekje
19 februari 2018